Eindelijk aandacht voor beroepsziekten: ‘We komen van ver, maar dat biedt ook kansen om het goed op te zetten.’
‘Als je in Duitsland van de ladder valt, is de eerste vraag of je de ramen stond te zemen, of aan het werk was,’ begint Jos Rooijackers, longarts en afzwaaiend bestuurslid bij expertisecentrum Lexces. ‘In Nederland is dat heel anders, daar gaat men ervan uit dat het reguliere sociale stelsel het wel oplost.’ Onhoudbaar, denkt de longarts. Hij blikt terug op zijn tijd bij het Lexces.
Jos Rooijackers is als longarts werkzaam bij het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL), dat is gehuisvest bij het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) van de Universiteit Utrecht. Rooijackers zat namens het NKAL in het bestuur van expertisecentrum Lexces, tot hij in april dit jaar afscheid nam van die rol. Hij heeft het ontstaan van het expertisecentrum vanaf het begin mee mogen maken.
Vier kenniscentra opgericht
‘Rond 2000 heeft het ministerie van VWS vier kenniscentra opgericht’, vertelt Rooijackers. ‘Met als doel dat er meer aandacht kwam voor beroepszieken, want dat was er te weinig. Die kenniscentra gingen zich richten op vier gebieden, te weten: huid, het bewegingsapparaat, arbeid en psyche, en longaandoeningen’. Uit die laatste is het NKAL ontstaan. ‘Na vijf jaar werd het NKAL zelfstandig,’ vervolgt Rooijackers. ‘En werd het ondergebracht bij het IRAS in Utrecht.’
Weinig kennis over beroepsziekten in Nederland
‘Doordat men in Nederland vertrouwt op ons sociale stelsel, is er weinig kennis over beroepsziekten,’ aldus Rooijackers. ‘Er is geen basis voor, vrijwel geen wetenschappelijk onderzoek, je kunt er niet voor studeren, niets. Bovendien hebben we in Nederland een ingewikkeld stelsel van zorgverzekeraars, wetten en financieringsstromen. In Duitsland is dat heel anders geregeld, daar zorgt de inkomensverzekeraar voor je als je ziek wordt door je werk.’
Het Lexces wordt opgericht
Toch zet ook Nederland steeds meer stappen om het stelsel te veranderen, ten gunste van aandacht voor beroepsziekten. In 2022 wordt in opdracht van demissionair minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) het Lexces opgericht, een samenwerkingsverband van kennisinstituten – waaronder het NKAL en het IRAS - om kennis en expertise over beroepsziekten te verzamelen, te ontwikkelen en actief te delen met arbo- en zorgprofessionals, werkgevers en werknemers.
Aandacht voor beroepsziekten
‘We komen van ver,’ ziet Rooijackers, ‘maar dat biedt ook kansen om het goed op te zetten.’ Het liefst ziet Rooijackers een model zoals dat in Duitsland. ‘Een hele andere manier van denken,’ aldus de longarts. ‘Het gaat dan niet meer over het behandelen met chemo, maar het behandelen van de werkplek.’
Rooijackers is blij met de aandacht die er de laatste jaren voor beroepsziekten is. ‘Neem de TSB, de regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten die slachtoffers erkenning moet bieden. Zo’n regeling werkt ook als aanjager, als interventie om meer aandacht te geven aan beroepsziekten en de preventie daarvan. De ‘zero death’-ambitie om in 2040 geen enkel sterfgeval door arbeidsomstandigheden te hebben, vindt Rooijackers wel erg ambitieus, en toch is hij hoopvol ‘Geef het de tijd. De juiste partijen zitten nu aan tafel.’
Gerust hart
Per april 2024 is Rooijackers teruggetreden als bestuurslid van expertisecentrum Lexces, én stopt hij als longarts. Tevens is hij teruggetreden als lid van de Adviescommissie Lijst Beroepsziekten. ‘Ik heb me jaren bezig gehouden om het thema op de agenda te zetten. Nu is voor mij een natuurlijk moment om te stoppen.’ Laat hij het met een gerust hart achter? Daarop antwoordt Rooijackers volmondig: ‘Ja!’